Betriebslagers

Duitse bedrijven exploiteerden Betriebslagers, waar hun buitenlandse werknemers werden ondergebracht. Sommige Lagers waren groot en bestonden uit meerdere barakken, maar er waren ook kleine Lagers, bijvoorbeeld in kantines van verenigingsgebouwen of in hotels en pensions. In alle Lagers werden maaltijden bereid voor de bewoners. 
Er was onderscheid in Lagers voor krijgsgevangenen en dwangarbeiders. ("Zivilarbeiter") Krijgsgevangenen werden veelal ondergebracht op het terrein van het bedrijf en werden permanent bewaakt. Bij de verplaatsing van het verblijf naar het werk werden zij door gewapende bewakers begeleid. De Lagers van de dwangarbeiders bevonden zich wat verder van het bedrijfsterrein. De dwangarbeiders uit Westeuropa hadden meer vrijheid, werden niet permanent bewaakt en konden zonder begeleiding van hun verblijf naar het werk gaan.
 
Het naziregime verplichtte in 1943 de bedrijven om voor hun Lagers schuilnamen te gebruiken, waaruit de naam van het bedrijf en de aard van de produktie niet bleken.
 
Het bedrijf Rudolf Sack had de volgende Betriebslagers:
 
Lager Mangold
Dit Lager lag aan de Diezmannstrasse 68, op ongeveer 25 minuten lopen van het bedrijf. Het Lager bestond uit een twaalftal barakken en was het grootste Betriebslager van Rudolf Sack. Het Lager had een capaciteit van 1000 personen; als regel waren er ongeveer 900 personen (mannen, vrouwen en kinderen) ondergebracht. Het was het meest inernationale Lager van het bedrijf: de bewoners waren dwangarbeiders uit Nederland (ong 49), België (ong 77), Frankrijk, Kroatië, Servië, Polen en Letland. Voorts waren er zgn Ostarbeiter ondergebracht: dwangarbeiders uit Oekraine, Rusland en Witrusland.
 
Het Lager had een barak voor bijeenkomsten. Hier was iedere zondag een gezellig samenzijn voor alle Lagerbewoners, waarbij een orkest speelde dat bestond uit Oekrainse en Russische dwangarbeiders. 
In een van de barakken was de Lagerarts gevestigd, dr Alexander Dsadsamia; hij was tevens de Lagerarts voor de andere Betriebslager van Rudolf Sack.
 
Lagerführer: Wilhelm Knoll (vanaf maart 1942), Richard Waigel (vanaf ?  ), Ruth Giessler.
 
Het Lager lag niet ver van het spooremplacement van Leipzig Plagwitz en was dan ook kwetsbaar voor bombardementen. Rudolf Sack had een eigen spooraansluiting op dit spooremplacement voor de aanvoer van grondstoffen en het afvoeren van de gefabriceerde producten. Tijdens een bombardement in februari 1944 is een barak door een brandbom geraakt en verbrand. Er waren geen slachtoffers, maar wel gingen 126 houten bedden met strozakken en kussens verloren.
 
De barakken van het Lager zijn gesloopt en op het terrein aan de kant van de Diezmannstrasse staat nu een kantoorgebouw.
 
Van het Lager Mangold resteren nog slechts enkele restanten van fundamenten van barakken. (foto december 2014)
 
Lager am Entenweiher
 
Dit Lager was het clubgebouw van de Kleingärtnerverein Priessnitzbad in de Priessnitzstrasse in Leipzig-Leutsch van september 1941 tot de bevrijding van Leipzig in 1945. Het Lager had een capaciteit van 75 personen. Op 2 mei 1943 verhuisden 75 Nederlanders, de meeste uit Zeeland, vanuit het Lager Mangold naar am Entenweiher. Zij bleven daar tot hun vertrek uit Leipzig in mei 1945. De Serven en Bulgaren die tot 2 mei 1943 in am Entenweiher woonden werden overgeplaatst naar het Lager Mangold. Het clubgebouw is nog steeds in gebruik.
 
Lagerführer: Walter Grabo
 
Van het Lager am Entenweiher zijn uit de periode 1943 tot 1945 veel foto's beschikbaar.
 
Lager Priesnitzbad in 1945
 
In 2008
 
Lager Kalter Brunnen
 
Dit was het verenigingsgebouw van de Kleingärtnerverein Naturheilverein III aan de Saalfelder Strasse 80 in Leipzig-Plagwitz. Het Lager had een capaciteit van 35 personen. In dit Lager waren uitsluitend Nederlanders ondergebracht. (33, november 1944)
 
Lagerführer: Gustav Winger (vanaf mei 1942), Herbert Wolf (vanaf september 1943)
 
Het verenigingsgebouw was sinds 2008 buiten gebruik en niet meer toegankelijk in verband met bouwvalligheid. Het gebouw is gesloopt in november 2019. Hein Stam, wiens vader bij Rudolf Sack werkte en die ondergebracht was in Kalter Brunnen, bezocht het voormalige Lager kort voor de sloop en mocht een aantal foto's nemen in het gebouw. 
 
Helaas zijn er geen foto's uit de periode 1940 tot 1945.
 
Kalter Brunnen in 2014
 
De voormalige slaap- en verblijfsruimte met toneel en piano (!) in november 2019 vóór de sloop. De bouwvalligheid is duidelijk zichtbaar. (foto Hein Stam)
 
(N.B. VKSK was de afkorting van Verband der Kleingärtner, Siedler und Kleintierzüchter; dit was de landelijke overkoepelende organisatie van volkstuinverenigingen in de DDR periode. De VKSK werd opgericht in 1953 en werd ontbonden in 1990 bij de Duitse hereniging.
De voormalige slaap- en verblijfsruimte (met originele kachel!) in november 2019 vóór de sloop, gezien in de richting van de ingang (foto Hein Stam)
 
 
Lager Wetterecke
 
Dit Lager was ondergebracht in een voormalig bedrijfspand aan de Ziegelstrasse 1. (de straat heet nu: Walter Heinzestrasse) In het pand was tot 1934 het warenhuis van de Joodse famnilie Joske gevestigd.  
 
Lagerführer: Paul Breitkreuz
 
Het Lager had een capaciteit van 85 personen. In dit Lager waren vanaf september 1943 uitsluitend Nederlanders ondergebracht: ongeveer 56.
 
Van het Lager zijn helaas geen foto's beschikbaar.
 
Lager Marienhöhe
 
Dit is het Lager voor Polen en stond aan de Giesserstrasse 13, grenzend aan het terrein van Rudolf Sack. Het Lager had een capaciteit van 125 personen. Er waren ongeveer 120 Polen ondergebracht. 
Lagerführer: G. Födisch
 
Van het Lager zijn helaas geen foto's beschikbaar.
 
Lager holländische Kriegsgefangenen
 
Deze krijgsgevanenen waren ondergebracht op de zolder van een van de bedrijfsgebouwen van Rudolf Sack aan de Karl Heinestrasse 90.
Er waren ongeveer 70 Nederlandse krijgsgevangenen; het aantal varieerde omdat zij waren ondergebracht in het kamp Mühlberg en voor de uitvoering van de werkzaamheden werden overgebracht naar Leipzig. Zij werden bewaakt en contacten met dwangarbeiders waren verboden.  
 
Er zijn helaas geen foto's van dit Lager.